In 2017 ben ik in gesprek gekomen met Herman Maes die docent was en is van de cursus "Determineren van historische fotografische procedés" in de Universiteitsbibliotheek, Bijzondere Collecties (Prentenkabinet). Naast zijn expertise op dit gebied was zijn wens ooit een bloemenwinkel te starten met een kunstenkamer.
Dat heeft hij vorig jaar oktober gerealiseerd in Antwerpen ( De zaak heet: "Mr. H. Bouquet" en in Antwerpen te vinden in de Sint-Vincentiusstraat 24, B-2018, website: http://mrhbouquet.be ). Ik beloofde een bijdrage.
Zijn kunstenkamer heet "PlanT2". Een plaats waar bloemen, planten, organische processen en kunst samenkomen en vervlochten raken met creatieve ideeën. De bedoeling is dat daar dan plant en bloem gerelateerde kunstwerken komen te staan en te hangen.
De opening van de kunstenkamer was op zaterdag 27 oktober 2018 met oa. werk van Ann Cornelis, Bert van Zanen, Diana Scherer, Eva Corluy, HFT, Karolien De Belder, Kirsten Spuijbroek en Sara Dykmans.
Voor de andere kunstenaars verwijs ik naar Mr. H. Bouquet.
Mijn eerste bijdrage was een filigraan van karton en grijsbord (zie hieronder) voor aan de wand, wit als de werken van Jan Schoonhoven. En verder, in een vitrine liggend', mijn botanisch schetsboek waaruit al eerder blogs zijn samengesteld. Zie elders in deze blog.
FILIGRAAN
Het onderwerp is een herdenking vanwege het honderdjarige einde van de Eerste Wereldoorlog in 2018. Daar de zogenaamde "poppies" het symbool zijn van die oorlog (door het gedicht van John McCrae, een Canadese legerarts) heb ik dit als uitgangspunt genomen voor mijn kunstwerk.
In Flanders Fields
In Flanders fields the poppies blow
Between the crosses, row on row,
That mark our place; and in the sky
The larks, still bravely singing, fly
Scarce heard amid the guns below.
We are the Dead. Short days ago
We lived, felt dawn, saw sunset glow,
Loved, and were loved, and now we lie
In Flanders fields.
Take up our quarrel with the foe:
To you from failing hands we throw
The torch; be yours to hold it high.
If ye break faith with us who die
We shall not sleep, though poppies grow
In Flanders fields.
Het gedicht noemt expliciet de bloem van de klaproos, een soort die gemakkelijk groeit op braakliggend terrein. Door bombardementen en loopgraven lag het terrein natuurlijk flink open, vandaar dat er veel klaprozen groeiden. Een klaproos kan ook op een andere manier associaties oproepen, namelijk het sap van een papaverachtige heeft een hallucinerende werking. De waanzin van een oorlog kan alleen maar door een dergelijke geestesgesteldheid veroorzaakt zijn!
Het leek me aardiger om niet de klaproosbloem als onderwerp te nemen, maar wat volgt: de zaaddoos. De zaden in zo'n doos (fragmentatiebom) lijken op kleine bommen.
Oorspronkelijk lag het in mijn bedoeling een tweeluik te maken. De eerste als hierboven omschreven met de rechtopstaande zaadbol en een tweede eenzelfde omgekeerde vorm als een ouderwetse "domme" vliegtuigbom. De zaden zijn dan mini vliegtuigbommetjes.
Je zou denken dat zo'n vliegtuigbom in de Eerste Wereldoorlog is uitgevonden, maar blijkt al driekwart eeuw eerder te zijn gebruikt!
Echter vanuit het vliegtuig al 3 jaar eerder:
De eerste bommen die hun bestemming succesvol bereikten, werden gelanceerd vanuit luchtballonnen. Deze ballonnen droegen één bom. Dit werd gedaan door de Oostenrijkers, tijdens hun gevecht met Venetië in 1849. De eerste officiële luchtaanval werd uitgevoerd door luitenant Giulio Gavotti, die vanuit zijn Blériot-vliegtuig vier granaten wierp op het Ottomaanse leger, op 1 november 1911. ( bron:
nl.wikipedia.org )
Ik heb afgezien van het tweede luik, daar dit wat al te banaal en te voor de hand liggend is.
Een aardige bijkomstigheid is dat het productieproces van dit kunstwerk een onverwachte draai gaf aan het uiterlijk. De verflaag ging namelijk craqueleren bij het drogen waardoor de rode ondergrond van de verflaag zichtbaar werd. Ik had namelijk rood geverfd karton gebruikt, dat had ik toevallig liggen. Deze verflaag werd dus zichtbaar als bloedrode aders en "bloedde" tevens in de witte verf. Hoe toepasselijker kun je het hebben in een kunstwerk over een oorlog.
Zoiets is niet van te voren te bedenken, dat is een kadootje.
Vertaling gedicht: https://www.flandersfields.be/nl/inspiratie/gedicht-flanders-fields
In Vlaamse velden
In Vlaamse velden klappen rozen open
Tussen witte kruisjes, rij op rij,
Die onze plaats hier merken, wijl in ’t zwerk
De leeuweriken fluitend werken, onverhoord
Verstomd door het gebulder op de grond
Wij zijn de doden. Zo-even leefden wij.
Wij dronken dauw. De zon zagen wij zakken.
Wij kusten en werden gekust. Nu rusten wij
In Vlaamse velden voor de Vlaamse kust.
Toe: trekt gij ons krakeel aan met de vijand.
Aan u passeren wij, met zwakke hand, de fakkel.
Houd hem hoog. Weest gíj de helden. Laat de doden
Die wij zijn niet stikken of wij vinden slaap noch
Vrede - ook al klappen zoveel rozen open
In zovele Vlaamse velden.
Een modernere betekenis draait om de tere rode bloem met het zwarte hart. Met name in Groot-Brittannië in de vorm van de kunststoffen remembrance poppy het symbool van de herdenking van gevallen soldaten geworden. Dat is vooral te danken aan een jonge Amerikaanse vrouw. Moina Belle Michael speldde, geïnspireerd door het gedicht In Flanders Fields dat de Canadese arts John McCrae in 1915 had geschreven, in 1918 als eerste een zijden klaproos op haar jas als eerbewijs aan de Amerikaanse soldaten die tijdens de Eerste Wereldoorlog waren omgekomen. Binnen vier jaar werd de poppy vooral in Groot-Brittannië een massasymbool. In 1922 liet de British League oorlogsveteranen 22 miljoen exemplaren maken; de opbrengst ging naar gewonde overlevenden en hun families.
De symbolische kracht van de poppy blijkt ook uit het feit dat er in de loop der jaren varianten ontstonden. In 2001 vroeg een Engelse dominee met de zwarte poppy aandacht voor de armoede in de wereld. Vijf jaar later bracht Animal Aid de purperen poppy uit ter nagedachtenis van alle door oorlogsgeweld omgekomen dieren. En dan is er ook nog de witte poppy, in 1933 geïntroduceerd als symbool van pacifisme – en de variant die de meeste controverse oproept, omdat hij door velen wordt gezien als belediging van de gevallen soldaten. ( bron:
NRC.nl )