Een schildluis? |
Het is inderdaad een vervellingshuidje, maar niet het laatste. Dat is opengebarsten om de laatste, vijfde, larve (nymf) uit te laten sluipen.
Bladvlooien hebben een onvolledige gedaanteverwisseling als ze vanuit het ei gaan groeien. Dat wil zeggen dat ze een aantal keren hun huid (= exoskelet) laten openbarsten, dan vlug groeien voordat ze weer droog en verstard zijn. Die tussenstappen worden nymfen genoemd. Bladvlooien doen dat 5 keer. Uit de vijfde komt dan het vliegende insect.
Volledige gedaanteverwisseling werkt als bij vlinders, vliegen en kevers: ei - larve - pop - volwassen dier.
Van ei tot en met laatste nymfe-stadium (Bron: A. van Frankehuyzen: "Schadelijke en nuttige insecten en mijten in fruitgewassen, pagina 99 ) |
De larven hebben ook ogen, maar die kon ik op mijn beest niet zien (ook niet nu ik weet dat ze ogen hebben). De ogen zitten onder viezigheid en wat er van te zien is heeft geen andere kleur of structuur. Wel is het iets donkerder daar.
Soortbepaling.
Dat is niet eenvoudig. Er zijn er enkele honderden in Europa en in Nederland, maar ze komen niet allemaal op dezelfde planten en bomen voor. Op de wilg komen er minstens vijf voor. De restanten zijn te incompleet te proberen het dier te determineren, dus ik laat het verder hierbij. Niet alle larven zijn trouwens beschreven, dat maakt het dan onmogelijk. Het is al leuk dat ik nu weet hoe een bladvlooienlarve eruit ziet.
Ik heb wel een soort gevonden die erg lijkt op mijn tekening en dat is de perenbladvlo. Perenbladvlooien heb je ook weer in soorten. De foto's van enkele Perenbladvlooien zijn hieronder afgebeeld ter illustratie.
Een L4-nymfe.
Een Perenbladvlo-nymf ( Cacopsylla pyricola Foerster ) in het vierde stadium L4 (Let op de staartdraden!) (Bron: http://www.ipm.msu.edu ) |
Een volwassen Perenbladvlo ( Cacopsylla pyricola Foerster ) (Bron: http://bugguide.net/ ) |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten