dinsdag 17 januari 2017

SPINNEN ! ! !

Onder auspiciën van de Nederlands Entomologische Vereniging organiseerde Oscar Franken en Astra Ooms een cursusdag Spinnen. Deze dag werd gegeven door Peter Koomen, een baardig iemand die nog wel eens op TV te zien is in het programma Vroege Vogels als er iets met spinnen te doen is.

Het is de eerste cursus in een reeks om de amateur- en beroepsentomologen eens over de schutting te laten kijken van andere geleedpotigen (insecten, spinachtigen en schaaldieren e.d.). Peter is arachnoloog  (spinnendeskundige) en ik hou me voornamelijk bezig met kevers.

Het heeft geen pas de cursus te herhalen daar er waarschijnlijk copyright op zit.

De zeer verzorgde cursus heeft voldoende handvatten gegeven om er eventueel verder mee te gaan. Op de cursus zelf werd 's ochtends een overzicht geschetst van verschillende families spinnen en andere erop lijkende spinachtigen.

's Middags zijn we aan de slag gegaan met een binoculair microscoop (binoc).

Ik heb één spin gedetermineerd aan de hand van oefenmateriaal en één nog ongedetermineerde spin uit de collectie van Peter.

De eerste spin was een kruisspinvrouwtje, een wielwebspin. Die heb ik getekend vanaf de onderzijde (zie onder).

De tweede was een moeilijke hangmatspin. Dat heeft me wel een uurtje gekost. Bij een nieuwe groep is het altijd lastig de vakjargon te begrijpen, te vinden en dan ook nog te zien wat je MOET zien. Steeds weer een stapje terug en twee vooruit. Zo kom je er langzaam. De laatste stap was het moeilijkst. Er waren nog twee soorten over met minieme verschillen: Microlinyphia pusilla (Kleine Heidehangmatspin) en M. impigra (Zweephangmatspin). Uiteidelijk koos ik voor de eerste. Beide soorten zijn 3-5 mm.

Bij controle door Peter Koomen bleek ik juist gedetermineerd te hebben. Naametiket bijgevoegd en weer één gedetermineerd. Jammer dat ik hem niet kon houden.

DE KRUISSPIN (Araneus diadematus)

Onderzijde kruisspinwijfje
Het potlood dat ik bij me had bleek een rood potlood te zijn. Geen punt daarmee kan het ook. Als je alle kleur weghaalt is het ook grijs, zie maar:

De grijze variant van de rode tekening.
Als je deze tekening bekijkt zie je twee opvallende organen. Een geslachtsopening (epigyne) met een slurfje in de voorste helft van het achterlijf. En vier tepeltjes aan het uiteinde van het achterlijf (onderaan).

De epigyne is het geslachtsapparaat van het vrouwtje. Het geheel past precies om de mannelijke geslachtsorgaan, de palpen. Het slurfje zal helpen bij het passen, als een sleutel in een sleutelgat. Zo'n slurfje zou je eerder bij mannetjes verwachten dan bij vrouwtjes, maar goed het werkt bij spinnen zo-wie-zo anders. Het mannetje brengt zijn sperma met behulp van de palpen over in de epigyne. Die palpen zitten op sprieten aan de kop van het mannetje.

Voor Nederlandse spinnen is er een goed boekje van Michael J. Roberts. Deze is voor Tirion voor de Nederlandse markt en spinnen bewerkt door Aart P. Noordam, waardoor deze nog beter is dan de oorspronkelijke Engelse versie (meer soorten en geactualiseerd).

 
Een fragmentje uit dit boek over de kruisspin, zie hieronder:


Wat de originele versie wel heeft, dat zijn mooie grote platen! In de Tirion-versie is alles in elkaar geschoven tot wel 9 soorten op één pagina!


Zo'n epigyne ziet er vreemd uit, evenals de palp van het mannetje. Iedere soort heeft zijn eigen vormen en kenmerken, waardoor vergissingsparingen niet snel zullen voorkomen. Ook al, omdat een mannetjesspin zijn leven niet zeker is bij de paring. Een vrouwtje vreet hem zo op.

Mannetjeskruisspinpalp [bron: Araneus diadematus ]
 
De epigyne van een  vrouwtjeskruisspin [bron: Araneus diadematus ]



Geen opmerkingen:

Een reactie posten