Al mijn natuurtekenactiviteiten hebben eigenlijk maar één doel:
Insectentekenaar worden!
En wel het liefst zo dat het insect in haar natuurlijke omgeving of samen met een bijbehorende activiteit is afgebeeld. Met de eigenaardigheden van het betrokken dier(-soort). voor ik achterhaald heb wat zo'n dier nu doet en vooral hoe dit dan af te beelden. Het mooist zou zijn als de tekening met je ogen volgt dat er vanzelf een verhaal ontstaat. Een verhaal die ook nog eens blijft hangen. Ik heb nog een lange weg te gaan...
Maar zo kom je wel van het ene in het andere natuuronderwerp. Hoewel planten uitermate boeiend zijn qua structuur, gaat mijn voortdurende aandacht nog steeds uit naar de dieren, speciaal de insecten.
Planten kunnen een, specifieke, voedselbron zijn voor bepaalde insecten. Andere planten zijn weer om iets anders van belang, bijvoorbeeld als schuilgelegenheid of als bron van nectar of andere sappen.
Bloemen zijn niet anders dan aangepaste apparaten om de voor de plant belangrijke bevruchting voor elkaar te krijgen. Hoe? Door (specifieke) insecten te lokken. Vaak door middel van aanlokkelijke nectar. De insecten kruipen dan door de constructie heen om bij de nectar te komen en bevruchten en passant de bloem. Soms dezelfde bloem, of nog beter de volgende bloem, of nog veel beter dezelfde soort bloem aan een andere plant.
Zo heeft iedere bloemdragende plant een eigen oplossing om dit voor elkaar te krijgen. En als het niet lukt met de bloem, dan zijn er wel aanpassingen op de zaden. Er zit een mierenbroodje aan, of iets zoetigs, et cetera.
Vele insectentekenaars zijn mij voorgegaan. Maar tegenwoordig is het in Nederland slecht gesteld met het aantal werkende illustratoren. De algemene tendens in Nederland is, dat een fotootje ook wel volstaat. Maar dat is vaak onvoldoende, maar de economische kant weerhoud men ervan om tekenaars aan te trekken. Jammer, in het buitenland is er meer waardering voor tekenwerk en is er nog volop te doen. Als er in Nederland al getekend wordt dan is dat vaak ten gerieve van het eigen onderzoek of in de tamelijk zeldzame gevallen verbonden aan een instelling. Zo ken ik slechts 4 beroeps (insecten-)tekenaars van naam, allen verbonden aan Naturalis te Leiden. Alle vier op halve kracht, dus eigenlijk slechts twee banen. Het meeste werk lijkt dan te bestaan uit een enkele publicatie of tentoonstellingswerk.
Gelukkig blijven er mensen, tegen beter weten in, hopen op betere tijden. En gaan dan een opleiding volgen voor wetenschappelijk tekenaar. Nu is er in Nederland maar één: in Maastricht. Geen op zich staande opleiding, maar een postgraduate van (liefst) een medische universitaire opleiding. Het is moeilijk op die opleiding te komen als je alleen maar geïnteresseerd bent in natuurlijk historie.
Ikzelf heb in 2005 toelatingsexamen gedaan, maar ben op grond van het ontbreken van medische vooropleiding of andere universitaire discipline afgewezen. Dat was al van te voren bekend, dus ik had me de moeite kunnen besparen. Al met al heb ik toch wel veel geleerd door het te proberen. Veel soorten technieken heb ik toen uitgeprobeerd voor mijn portfolio. Dat had ik anders nooit gedaan. Alle nadeel heeft dus ook zijn voordeel.
Met mij is ook iemand anders afgewezen die van de Maastrichtse Kunstacademie kwam en ook nog eens veel beter kon tekenen dan ik.
Als je toegelaten wordt moet je door alle medisch ongerief heen werken en als je geluk hebt kun je afstuderen in je echte passie.
Bij mijn weten is dat sinds 2000 nog maar twee mensen gelukt: Medy Oberendorff en Esmée Winkel.
Medy Oberendorff ( Medy's webadres )
Ik heb van haar ergens begin jaren 2000 d'r thesis: "Illustrating Insects" gekregen.
Ik weet niet meer in welk verband, waarschijnlijk in het Nationaal Archief, tijdens een of andere samenwerking met de Faculteit der Archeologie van de Universiteit Leiden. Of toen een gedeelte van de Universiteit tijdens een verbouwing inhuisde in het NA.
Zij was toen vormgever/wetenschappelijk illustrator bij die faculteit.
Om een inzicht alvast een paar plaatjes uit haar thesis:
Thesis van Medy Oberendorff |
Anatomie van een sprinkhaan. |
Esmée Winkel ( Website Esmée Winkel )
Haar thesis is getiteld: "Description and drawings of the comparative morphology of mouth parts of various insects". Hieronder een kleine inkijk, meer informatie op haar website.
De omslag van de thesis van Esmée Winkel
|
Een leliesoort die gevoelig is voor aantasting door het Leliehaantje (een bladkever) |
Detail Leliehaantje vorige plaat met pentekeningen van habitus en kop. |
Esmée is nu vooral bezig met planten tekeningen, vooral wetenschappelijke lijntekeningen in inkt voor publicaties. Ze is momenteel verbonden aan het Naturalis Biodiversity Center (Rijksherbarium) en is vaak te vinden in de Hortus van Leiden.
Ook geeft zij botanische tekenlessen en tentoonstellingen van haar werk. Onlangs heeft zij een ASBA Botanical Illustrator Award for Excellence in Scientific Botanical Art verkregen. ASBA staat voor Americab Society of Botanical Artists.
Een voorbeeld van haar recente werk is een receptenboekje van de Hortus Botanicus Leiden met specerijen die ook in de Hortus te vinden zijn:
Bert
Ja ook ik heb wel eens een insect getekend. Nog niet zoveel, maar daar gaat binnenkort verandering in komen.
Waterschorpioen. Links de basistekening, rechts en onder de uitgewerkte pentekening |
Staafwants. Links in potlood een basistekening; rechts en onder de uitgewerkte pentekning. |
De basistekening hoeft niet altijd meteen een goede indeling of stand te hebben. De waterschorpioen was in één keer goed, maar de staafwants kwam beter uit als de voorpoten gedeeltelijk ingetrokken waren. Door de gewichtsdraaiing zie je nu de doorn onder het vanggedeelte van zijn voorpoot beter.