maandag 3 juli 2017

Kerstroos (Helleborus sp.)

Nu is de plant allang uitgebloeid, maar door technische perikelen toen der tijd met de computer wil ik het u nu toch niet onthouden. De tekening is gemaakt op 17 maart j.l. in de Hortus Botanicus te Leiden. Daar stond het buiten in de volle grond. Nogal verwilderd en daardoor is de juiste naam me niet bekend. Overal stonden naambordjes van Helleborissen, maar welke nu welke was ontging mij. Ik vermoed dat het een Helleboris viridis is vanwege de kleur. Maar ik ben al blij dat ik weet dat het een Helleboris is.

Allereerst een overzichtstekening en dan kijken of er over de verschillende onderdelen van de plant nog wat interessant te vinden is:

Een lichtgroene Helleboris
Zoals op bovenstaande tekening is te zien is dat de bloem vrij vlezig is. Een vijftal stevige schubvormige kroonbladen met in het midden een bergje met veel meeldraden (ik telde op mijn exemplaar 75 stuks). Daar waar de meeldraden afgevallen waren zie je een litteken op het bergje.
Op dit bergje zitten een vijftal stampers met een rechthoekig vruchtbeginsel. En aan de voet van dit bergje, dus onder de meeldraden zitten in een krans honingschubjes (ik telde er 13).
Tot zover de algemene beschrijving.

Helleboris viridis (Bron: Deborah Silver)
Wat bij een Helleboris het meest opvalt zijn de honingschubjes. Deze bestaan uit een soort kokertje van opgerold blad. In dat kokertje zal nectar zitten om de eerste hommels van het jaar aan te trekken die dan voor de bestuiving zorgen. Hieronder een detailtekening van het schubje. Opvallend is de zijdelingse opening van het kokertje. Het zal de hommel moeite kosten om bij de nectar te komen. Wellicht de bedoeling? Hoe langer de hommel rommelt hoe meer kans op bestuiving van de bloem. Een eenvoudige inrichting, maar toch weer met veel details, als ribben en een afgeplat steeltje.

Helleboris honingschubje
De stuifmeeldraden zijn talrijk als hierboven aangegeven. Ze bestaan uit een lange, vrij dikke groenig tot witte, kromme buis met aan het eind de gele helmknop. Die helmknop bestaat uit vier kromme segmenten (als bananen). Opvallend is wel dat deze bananen er in twee formaten zijn: twee brede en twee smalle. De andere zijde van de meeldraad zit vast aan het bergje.

Meeldraad met helmknop
Het stuifmeel van deze helmknoppen groeit op een min of meer stervormige structuur dat er ongeveer zo uitziet:

Stuifmeelbasis
 Het stuifmeel zelf ziet er zo uit (Min of meer een standaard vorm die je bij veel planten tegen komt.):


Stuifmeeltekening
Microscopisch beeld van een stuifmeelkorrel
 
Het is uiteraard de bedoeling dat de stuifmeel op een stamper terecht komt. Het liefst op een ander exemplaar dan de eigen plant. Op de top van het bergje zitten de vijf stampers met vruchtbeginsel. Die hebben een aparte vorm. Doordat ze zo heldergroen zijn vallen ze goed op. Als je zo'n vruchtbeginsel opensnijdt, dan zie je een de zaden liggen in een soort peul. Om en om. Ik telde aan de ene zijde 8 zaden en aan de andere zijde 6 zaden. Die zaden zitten met een steeltje aan de zijwand vast. Het vruchtbeginsel loopt uit in een stijl die eindigt in een stempel. Die stijl is vierkant in doorsnede en de stempel is daarvan losgemaakt door een inkeping. Op de stempel zitten transparante staafjes.
Vrucht met stamper

Stempel

Jammer is wel, nu ik de tekening achteraf bekijk, dat ik ben vergeten te kijken wat er nu eigenlijk in het bergje zit. Volgend jaar inhalen! Wel is te zien hoe de littekens op het oppervlak zijn verdeeld en  waar de honingschubjes bevestigd zaten. Zie de wazige tekening hieronder.

Littekens van stijfmeeldraden en van de aanhechting honingschubjes op het bergje.


Ieder blad bestaat uit drie leerachtige bladen. De bovenzijde is glimmend donkergroen. De nerven daarvan zijn goed te zien in doorzicht. Zij-nerven komen uit de hoofdnerf. Aan de onderzijde is de nerf vlak vanaf de steel. De kleur van het blad is hier lichtergroen dan de bovenzijde en dof..
De bladsteel is in doorsnede eigenlijk een verlangde van het blad, maar dan opgerold tot bijna aan het eind. Daar verwijdt het zich om aan de hoofdtak te passen.

Het blad aan boven en onderzijde.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten